07 september 2017

Onderknuppels (column, 2017)

Heel fijn


(Door Peter de Zwaan)

Ik weet het, vroeger was alles beter dankzij ons falende geheugen. Maar soms klopt het. Neem fatsoen.

Vroeger stelde je een vraag voor je iets deed waar een ander bij betrokken was.

Ik geef een voorbeeld.

‘Wij willen graag van uw boek met de titel ... een groteletterboek maken. Gaat u daarmee akkoord?’

De vragensteller wist dat je in zou stemmen, maar hij vroeg het toch; dat hoorde. Ik zei dus ‘goed hoor’ en deed er een verzoek bij. ‘Wilt u mij één exemplaar toesturen?’

Dat gebeurde dan. In het begin.

Blijkbaar was toesturen na verloop van tijd te veel werk, want ik zag de groteletterboeken wel in de leeszaal, maar niet in mijn brievenbus.

Maar goed, de groteletteruitgever vroeg toestemming en als je wat werk wilde verzetten kwam je er wel achter of het was gelukt.

Tegenwoordig gaat het anders.

Een mailtje van de Stichting Dedicon. ‘Dedicon gaat ten behoeve van mensen met een leeshandicap een aangepaste kopie vervaardigen van een van uw uitgaven.’

‘Gaat vervaardigen.’

De stichting zegt ermee: misschien, beste schrijver/uitgever, hebt u een mening, maar die interesseert ons niet ene moer. U mag willen wat u wilt, wij doen het toch.

‘Een van uw uitgaven.’

Welke dan wel? Dat kon ik, als ik echt nieuwsgierig was, vinden in een bijlage met een titel die afweek van normaal en die ik om die reden niet vertrouwde. Ik open nooit berichten of aanhangsels waar ik twijfels over heb, maar ik wilde wel weten om welk boek het ging.

Ik stuurde als reactie: Ik stel voor dat u duidelijker bent zonder dat ik iets moet openen wat ik voorzichtigheidshalve niet openen wil.

Ik kreeg antwoord van Anja en ze meldde dat Dedicon een versie wilde maken van Kreukelzone, het cadeauboek met 52 columns over de andere kant van het ouder worden dat ik via mijn eigen uitgeverij Zwarte Zwaan heb uitgegeven.

Ze schreef dat Dedicon met een nieuw systeem werkt, maar: ‘Dit systeem is nog niet optimaal ingericht.’ Ze beloofde voor de toekomst een betere en nettere mail aan ‘u als uitgever’.

Ik werd dus aangesproken als uitgever, niet als schrijver, schrijvers zijn de onderknuppels van de uitgevers.

Anja’s laatste zinnen waren: ‘Ik wil u hartelijk danken dat u de tijd en moeite nam om ons te berichten over het feit dat ons bericht niet goed genoeg overkomt aan uw zijde. Daar kunnen we wat mee! Heel fijn.’

Vertederd antwoordde ik dat ik graag aan verspreiding van mijn boeken in welke vorm dan ook meewerk, maar dat ik geen enkel bezwaar heb tegen de vraag: ‘Zou u zo vriendelijk willen zijn akkoord te gaan met ons plan?’

Benieuwd hoe fijn Anja dit vindt, dacht ik.

Ik kwam er niet achter, want Anja vond het wel mooi zo. Ik zag haar voor me. ‘Dat gezeur van die schrijvers/uitgevers ook altijd, ze mogen in hun handen knijpen dat we iets met hun boeken doen. Die lui weten gewoon niet van ophouden en dat is helemaal niet fijn meer.’

Wedden dat ik geen ‘aangepaste versie van mijn werk’ thuisgestuurd krijg?

Deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl

Geen opmerkingen: